Na onderzoek van de politie is gebleken dat twee meisjes van 14 en 16 jaar uit Weert een valse melding hebben gedaan over een ontvoering en verkrachting. In totaal zijn ruim 15 medewerkers van de politie met de zaak bezig geweest. De melding van de meisjes bleek te zijn verzonnen.

Donderdag 12 maart, even na middernacht, werd door de ouders van de meisjes bij de politie gemeld dat de twee tieners vermist waren. Er werd een onderzoek opgestart waarbij diverse agenten van de politie in Weert, zedenzaken en de forensische opsporing waren betrokken. In dat onderzoek bleek dat de meisjes zich in het Brabantse Heeze bevonden, en daar zijn ze in de nacht van12 maart rond 03.30 uur aangetroffen. De verklaring was dat beide meisjes in een busje waren getrokken in Weert en vervolgens was een van de slachtoffers verkracht. 's Nachts zouden ze in Heeze uit het busje zijn gegooid.

Na onderzoek van de politie gaven de meisjes toe dat ze hadden gelogen. Ze waren stiekem naar een vriend in Eindhoven gegaan en op de terugweg waren ze uit de trein gezet omdat ze geen kaartje hadden. Ze hebben toen enkele uren in Heeze rondgelopen omdat ze niet naar huis wilden omdat ze te laat waren.

Het doen van valse aangifte of melding is strafbaar. De politie heeft ruim 15 medewerkers ingezet die ook voor ander werk hadden kunnen worden gepland. Het doen van een valse aangifte brengt veel werk met zich mee, en er wordt nu bekeken of er een proces-verbaal tegen de minderjarige meisjes kan worden opgemaakt. Daarnaast gaat de politie bekijken of de gemaakte kosten voor de inzet teruggevorderd kunnen worden.