Eindhoven - Lid arrestatieteam veroordeeld voor veroorzaken dodelijk ongeval
De rechtbank Oost-Brabant heeft zojuist een politieagent van het arrestatieteam veroordeeld voor overtreding van de Wegenverkeerswet. De man veroorzaakte in maart 2013 een ongeval in Eindhoven waarbij een jonge vrouw om het leven kwam. Hij krijgt een voorwaardelijke rijontzegging van zes maanden.
De politieagent ging op 15 maart op een levensbedreigende situatie af die directe hulp van het arrestatieteam vroeg. De man reed met zijn auto op de busbaan van de Noord-Brabantlaan in Eindhoven en maakte deel uit van een colonne van meerdere politieauto’s. Bij de kruising met de Welschapsedijk en Zeelsterstraat botste zijn auto tegen een overstekende vrouw op een scooter. Ze overleed aan haar verwondingen.
Aanmerkelijk onvoorzichtig rijgedrag
Omdat de man als lid van een arrestatieteam op weg was naar een levensbedreigende situatie en een sirene en zwaailichten voerde, golden voor hem andere verkeersregels en gedragsnormen dan voor het reguliere verkeer. Als de man het noodzakelijk vond, mocht hij een rood verkeerslicht en de maximumsnelheid ter plekke negeren. Daarbij is het echter niet toegestaan het andere verkeer in gevaar te brengen of onnodig te hinderen. Volgens de man is dit niet gebeurd. De officier van justitie vindt dat de man strafrechtelijk niets te verwijten valt en eiste vrijspraak.
De rechtbank oordeelt dat de man zich wel degelijk schuldig maakte aan aanmerkelijk onvoorzichtig rijgedrag. Bij het oprijden van de kruising nam hij de verkeersveiligheid van anderen onvoldoende in acht. Hij heeft er volgens de rechtbank onvoldoende rekening mee gehouden dat anderen hem mogelijk niet opmerkten en hem niet voor lieten gaan. Op basis van getuigenverklaringen neemt de rechtbank aan dat de vrouw groen licht had toen ze overstak. Uit de verkeersongevallenanalyse blijkt dat de man door rood licht is gereden.
De rechtbank oordeelt dat de man zijn snelheid onvoldoende aanpaste. Volgens landelijke richtlijnen moeten kruispunten met gepaste snelheid worden benaderd, mag in zo’n situatie met maximaal 20 km/uur door een rood verkeerslicht worden gereden en mag de maximumsnelheid met maximaal 40 km/uur worden overschreden. De man reed echter met ruim 90 km/uur door het rode licht op de busbaan en reed met diezelfde snelheid een drukke kruising op in de bebouwde kom. Hij was daardoor onvoldoende in staat te anticiperen op het gedrag van andere weggebruikers. Dat hij onvoldoende rekening hield met de verkeersveiligheid, blijkt ook uit zijn verklaring dat hij niet op zijn snelheid en het rode licht heeft gelet.
Onnoembaar groot verdriet
De man veroorzaakte een aanrijding waarbij een jonge vrouw in de bloei van haar leven overleed. De dood van de vrouw leidde tot onnoembaar groot verdriet bij haar ouders, broer en zus en andere nabestaanden. Voor het veroorzaken van een dodelijk verkeersongeval zou volgens de richtlijnen een forse taakstraf en een rijontzegging passend zijn. De rechtbank ziet omstandigheden om hier in dit geval van af te wijken. De rechtbank wil daarbij niet te kort doen aan het verdriet van de nabestaanden en houdt er rekening mee dat geen enkele straf de fatale gevolgen van de verkeersfout ongedaan kan maken.
Bij de bepaling van de straf weegt de rechtbank mee dat de man als lid van het arrestatieteam met spoed op weg was naar een levensbedreigende situatie, waarbij hij in het belang van de veiligheid van anderen ook voor zichzelf risico’s heeft genomen. Verder stelde de rechtbank tijdens de zitting vast dat de man erg is aangeslagen door de dood van de vrouw en dat hij oprecht meeleeft met de nabestaanden. Hij zal moeten leven met het besef dat door zijn rijgedrag een jonge vrouw is overleden. Daarnaast houdt de rechtbank er rekening mee dat de man weliswaar zelf verantwoordelijk is voor zijn rijgedrag, maar handelde volgens de werkwijze van het team. De rechtbank merkt daarbij op dat die werkwijze na het verkeersongeval is aangepast. Daarom vindt de rechtbank een voorwaardelijke rijontzegging van zes maanden met een proeftijd van twee jaar op zijn plaats.